de hef advocaten westersingel rotterdam
kort en middelkoop westersingel rotterdam

Een kind in een isoleercel, mag dat?

Kort geleden verscheen in De Correspondent een artikel met de titel “Zo belanden honderden kinderen per jaar in de isoleercel”. Het artikel gaat over de separatie van kinderen en jongeren in instellingen voor gesloten jeugdhulp. Het is een schokkend artikel, vooral omdat daaruit blijkt dat er vrijwel geen toezicht is op de separatie en separatie vaak wordt gebruikt als bestraffing. Mag dat?

Allereerst: Een minderjarige kan in een instelling voor gesloten jeugdhulp geplaatst worden wanneer er sprake is van ernstige problemen in de ontwikkeling. Daarnaast moet de plaatsing achter gesloten deuren noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan behandeling onttrekt. In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, kan een jeugdige alleen met een machtiging van de kinderrechter in een instelling voor gesloten jeugdhulp worden geplaatst. Hij/zij heeft in dat geval ook recht op een advocaat.

Als de jeugdige eenmaal in zo’n instelling geplaatst is, mag de instelling best veel. Zo mag de jongere “in afzondering” (zoals de wet een isoleercel noemt) geplaatst worden. Ook mogen er bijvoorbeeld medicijnen toegediend worden tegen zijn/haar wil. Bij zulke ingrijpende maatregelen verwacht je dat de wet strenge voorwaarden stelt. Maar dat valt behoorlijk tegen.

De Jeugdwet schrijft voor dat separatie alleen mag als het noodzakelijk is om de beoogde doelen te bereiken én wanneer het noodzakelijk is voor de veiligheid van de jeugdige of anderen. Nogal vaag dus. Maar duidelijk is dat separatie dus niet als bestraffing mag worden gebruikt.

Wie controleert de noodzaak van separatie? De Jeugdwet geeft antwoord: binnen 24 uur moet een gekwalificeerde gedragswetenschapper instemmen met de separatie. De wet geeft niet aan dat dit (onafhankelijke) gedragswetenschapper van buiten de instelling moet zijn. Bovendien kan de jongere dus al bijna een etmaal in de isoleercel zitten voordat hij/zij bezoek krijgt van de gedragswetenschapper.

Ook is voorgeschreven dat de separatie niet langer dan zeven (!) dagen mag duren. Maar ook hier de vraag: wie controleert dat? De Inspectie Jeugdzorg lijkt de aangewezen instelling, maar uit het artikel in De Correspondent blijkt dat dit niet gebeurt. De wet schrijft ook niet voor dat er van elke separatie melding wordt gemaakt aan de inspectie, dus de inspectie is ook helemaal niet in staat om separaties te controleren.

De jeugdige heeft het recht een klacht tegen de separatie in te dienen bij de klachtencommissie van de instelling. Ook kan er in een spoedprocedure verzocht worden om schorsing van de beslissing tot separatie. De jongere kan zich in deze procedures laten helpen door het AKJ (Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg). Ook is het mogelijk een advocaat in te schakelen. Dat is gratis. Onduidelijk is, of jeugdigen wel door de instelling geïnformeerd worden over de mogelijkheid een klacht in te dienen. Ook is niet bekend of jongeren na de beslissing tot separatie ook in de gelegenheid worden gesteld om het AKJ of een advocaat te bellen.


Het gekke is dat jongeren, die in een psychiatrisch ziekenhuis zijn opgenomen, veel beter beschermd worden in de gesloten jeugdhulp het geval is. Dit geldt overigens ook voor jeugdigen die op strafrechtelijke titel worden opgesloten, dus als ze verdacht worden van een misdrijf of hiervoor veroordeeld zijn.

Op het eerste gezicht is het misschien logisch dat psychiatrisch patiënten meer bescherming krijgen dan anderen. Zij zijn immers ziek en de uit huis geplaatste kinderen zijn dat niet, zou je kunnen zeggen. Maar de scheidslijn is heel dun: wij zien kinderen met gedragsproblemen, verstandelijke beperkingen en stoornissen als anorexia en borderline zowel in de psychiatrie als in de gesloten jeugdhulp terecht komen. Sowieso zijn veel kinderen in de gesloten jeugdhulp, door welke oorzaak dan ook, beschadigd. Het is bekend dat de eenzaamheid van separatie een kind heel angstig kan maken. Het risico is dus groot dat beschadigde kinderen door separatie nog meer beschadigd worden.

Er zijn natuurlijk situaties denkbaar waarin separatie het enige en laatste redmiddel is. Maar naar onze mening zou de separatie in alle gevallen getoetst moeten worden door een onafhankelijke deskundige. Ook moeten jongeren beter geïnformeerd worden over hun rechten en moeten zij op de eerste dag van hun separatie in de gelegenheid worden gesteld contact te leggen met een advocaat of het AKJ. Maar belangrijker nog: het aantal separaties moet drastisch teruggedrongen worden. En separatie mag nooit als bestraffing worden gebruikt: dat is in strijd met de wet.

Er zijn op 2 november jl. kamervragen gesteld over het artikel in De Correspondent. We volgen de ontwikkelingen op de voet.

Karen Kort
Advocaat