
Omgang en corona
Cliënte, mevrouw J., heeft een dochter van 7 jaar. Door omstandigheden is zij niet in staat om haar dochter te verzorgen en op te voeden. Haar dochter woont daarom al een aantal jaar in een pleeggezin. Tussen cliënte en haar dochter bestaat een warme, liefdevolle band. Een keer per 2 weken komt de dochter in het weekend een dagje bij haar moeder. Ze doen dan samen leuke dingen en genieten beiden erg van dit contact.
Begin maart heeft de jeugdbeschermer echter aan cliënte laten weten dat deze bezoeken voorlopig worden stopgezet, vanwege “de corona maatregelen van de regering”. Cliënte heeft haar dochter inmiddels al meer dan twee maanden niet meer gezien. Mag de jeugdbeschermer hier eigenlijk wel toe besluiten?
Ingevolge het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (het EVRM) hebben kinderen en ouders recht op eerbiediging van hun “family life” en daarom recht op contact met elkaar. Dit contact tussen ouders en kinderen kan alleen ingeperkt worden op grond van een expliciete wettelijke basis. Dit geldt onverkort voor ouders en kinderen die niet bij hun ouders thuis wonen/opgroeien, maar wel contact hebben met elkaar.
De richtlijnen van het RIVM verbieden contact tussen ouder(s) en kind niet. De op basis van de richtlijnen door de overheid uitgevaardigde noodverordeningen evenmin.
Bovendien: al zou de noodverordeningen wel als zodanig geïnterpreteerd kunnen worden, dan geldt dat daarmede in onderhavige situatie ten onrechte fundamentele rechten beknot worden, die in het EVRM, de Grondwet en het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (het IVRK) zijn verankerd.
De Covid-19 maatregelen bieden aldus in mijn visie geen legalisatie voor inperking voor het contact tussen ouders en hun kinderen.
Heeft u vragen over dit onderwerp of wordt u uw omgang met uw kinderen op dit moment onthouden, neem dan gerust contact op met ons kantoor.
mr. L.A. Middelkoop